Meer dan de helft van de autokopers baseert de keuze voor een bepaald merk op eerdere ervaringen. Of op verhalen 'van horen zeggen'. Maar hebben ze altijd gelijk? Onderzoeksorganisatie J.D. Power ontkracht enkele hardnekkige fabeltjes aan de hand van feiten.

Meer dan de helft van de autorijders baseert zijn of haar volgende aankoop op de ervaringen die zij eerder had met een merk. Eenmaal veel pech ondervonden met merk X betekent dat de koper de volgende keer bij merk Y gaat shoppen. Ook vele jaren later laat de koper merk X nog links liggen. Toch blijkt dit niet altijd terecht. Op het gebied van betrouwbaarheid verandert veel, zo stelt het Amerikaanse onderzoeksbureau J.D. Power - leider op dit terrein - vast. Het bureau ontkracht op het eigen blog dan ook enkele hardnekkige fabeltjes aan de hand van up-to-date feiten.

1. 'Koreaanse auto's zijn van slechte kwaliteit': achterhaald

Toen Hyundai, en later dochtermerk Kia, naar het buitenland begonnen te exporteren zetten ze eerst in op een concurrerende prijs. Dat had gevolgen voor de kwaliteit en betrouwbaarheid. Het zijn echter deze twee merken die in het laatste decennium de grootste sprongen voorwaarts gemaakt hebben in de pechstatistieken. In de Initial Quality Study (over de eerste maanden na aankoop) van dit jaar staat Kia op de tweede en Hyundai op de vierde plaats. De laatste 3 jaar scoorden beide boven het gemiddelde in de autoindustrie.

2. 'Japanse auto's zijn kwalitatief het beste': ook ander auto's zijn goed

In de jaren '80 en '90 van de vorige eeuw had de kwalitatieve voorsprong van Toyota en Honda de uitstraling dat álle 'Japanners de beste auto's zijn'. Dat was al onjuist. Wel scoorden de wagens uit het land van de rijzende zon toen vaak beter dan gevestigde Europese en Amerikaanse concurrenten, die traditioneel toch wel auto's verkochten en dus minder aandacht besteedden aan betrouwbaarheid en kwaliteit. Inmiddels tonen de cijfers aan dat het helemaal niet meer uitmaakt waar een auto vandaan komt. Nog altijd doen Japanse auto's het goed, maar wagens uit andere landen en continenten evenzo.

3. 'Voordelige auto's zijn onbetrouwbaar': dat hoeft beslist niet 

Kopers van betaalbare auto's lijken te denken dat hoe voordeliger een auto is, des te minder lang 'ie mee zal gaan. Uit betrouwbaarheidsstudies over langere periodes (Vehicle Dependency Studies) van J.D. Power blijkt echter dat er geen enkele relatie bestaat tussen prijs en betrouwbaarheid. In de VDS 2015 scoorden bijvoorbeeld de betaalbare Toyota Yaris en Corolla bovengemiddeld. Hetzelfde geldt voor de Nissan Leaf, die afgezien van z'n elektrische aandrijflijn ook niet echt duur is.

4. 'Amerikaanse auto's zijn van inferieure kwaliteit': lang niet alle meer

Niet alleen hier, ook in de Verenigde Staten zelf laten klanten 'een Amerikaan' staan om de vermeende slechte kwaliteit. Toch laat de IQS 2015-studie zien dat de helft van de tien onderzochte Amerikaanse merken bovengemiddeld scoort op het gebied van betrouwbaarheid. Daaronder zitten de merken Chevrolet, Ford en Ram. De statistieken tonen aan dat de kwaliteit van Amerikaanse auto's over het algemeen omhoog gaat.

Porsche 911 Turbo S

5. 'Tweedehands Duitse auto's vertonen veel gebreken': integendeel

Amerikaanse kopers laten Duitse 'rijmachines' liever staan. Het rijgedrag van de eerste eigenaar zou leiden tot veel pech. Vier van de vijf onderzochte Duitse merken (Porsche, Mercedes-Benz, Audi en BMW) in het VDS 2015-onderzoek kwamen echter uit op een score hoger dan het industriegemiddelde. Vooral Porsche doet het op de lange termijn uitstekend. Het merk staat vaak bovenaan de betrouwbaarheidsstatistieken en behaalde sinds het jaar 2000 al veertien keer een score boven het gemiddelde. 

Je ziet, alle merken werken tegenwoordig aan betrouwbaarheid. In plaats van bestaande vooroordelen te volgen of af te gaan op oude ervaringen kun je je, als je een auto gaat kopen, beter eerst goed informeren wat de huidige stand van zaken is. Meer over bewezen betrouwbaarheid lees je hier.