De campagne tegen bumperkleven die de overheid miljoenen heeft gekost, dreigt te mislukken. Uit onderzoek van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat blijkt dat automobilisten zich niet of nauwelijks aan de ‘twee-secondenregel’ houden.


Een meting in oktober 2003 op de A2 wijst uit dat circa zeventig procent van de automobilisten minder dan twee seconden afstand houdt. Van de gecontroleerde automobilisten hield maar liefst 35 procent minder dan een seconde afstand en 7 procent zelfs minder dan een halve seconde, waarmee je wel heel erg dicht op de voorganger zit.

Volgens een woordvoerder van het ministerie van Verkeer en Waterstaat ging het in Utrecht om ‘een momentopname’ en zal er in maart opnieuw landelijk worden gemeten. Wij vinden het nu nog te voorbarig om te concluderen dat de campagne helemaal is mislukt, maar de cijfers in Utrecht kloppen.


De campagne ging op 30 augustus 2002 van start. Volgens het ministerie van Verkeer en Waterstaat is bumperkleven in negentig procent van de gevallen van kop-staartbotsingen de reden van het ongeval. In 2001 werden bij kop-staartbotsingen 60 verkeersdoden, 5.824 ongevallen met letsel en 33.733 aanrijdingen met materiële schade geregistreerd. Het ministerie heeft onderzocht dat de reactietijd van automobilisten ongeveer twee seconden is. Probleem is echter dat bij automobilisten die inderdaad twee seconden ruimte laten tussen zichzelf en de voorganger, de gaten door andere automobilisten net zo snel weer worden opgevuld.