Volkswagen en Shell hebben in Duitsland sinds enige tijd de handen ineengeslagen voor onderzoek naar synthetische brandstoffen. En dat doen ze niet onverdienstelijk, gezien het feit dat dit gemeenschappelijke experiment is onderscheiden met de Professor Ferdinand Porsche prijs.

Het onderzoek dat Volkswagen en Shell samen doen, richt zich op GTL Gas to Liquid en BTL Biomass to Liquid brandstoffen voor autos. Een voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld V-Power Diesel, dat bij Shell stations in Duitsland, Oostenrijk en ook Nederland al verkrijgbaar is. Synthetische brandstoffen zijn niet alleen beter voor het milieu, maar verminderen ook de mate waarin de Westerse wereld afhankelijk is van olie.


Daarbij maken synthetische brandstoffen het mogelijk om nieuwe stappen te zetten in de ontwikkeling van motoren. In Berlijn hebben de afgelopen vijf maanden 25 Golfjes TDI rondgereden, die zodanig waren aangepast dat ze op GTL-brandstof konden rijden. Vervolgens bleek dat de emissie van roetdeeltjes en koolmonoxide met respectievelijk 26 en 91 procent is verminderd.


Voor GTL-brandstof heeft Shell op dit moment een productiefaciliteit in Maleisië in gebruik en er bestaan plannen voor een nieuwe fabriek in Qatar. Daarnaast doet Shell onderzoek naar biobrandstoffen die dezelfde eigenschappen en voordelen hebben als GTL-brandstof. Shell is de eerste oliemaatschappij die de Ferdinand Porsche prijs in de wacht heeft weten te slepen.