Waar veel autofabrikanten zich nog niet eens bezighouden met de eerste generatie biobrandstoffen, richt Volkswagen zijn vizier al op de tweede. Het Duitse merk investeert een miljoen euro in de leerstoel Biobrandstoffen aan de Technische Universiteit van het Duitse Braunschweig.

Volkswagen topman dr. Bernd Pischetsrider noemt de biobrandstof van de eerste generatie ‘een wolf in schaapskleuren’. “De CO2-balans is in sommige gevallen zelfs slechter dan bij conventionele brandstoffen”, zegt Pischetsrieder. “Desondanks spreekt men van biobrandstof en leidt overheidsstimulering in een aantal gevallen zelfs tot verkeerde investeringen. Volkswagen richt zich volledig op de tweede generatie biobrandstoffen, zoals bio-ethanol en cellulose-ethanol, die verregaand CO2-neutraal uit biomassa gewonnen worden. De bijmenging van deze brandstoffen is technisch snel te realiseren en zorgt op korte termijn al voor reducering van de CO2-uitstoot. Maar wil deze brandstof echt een succes worden, dan zal herziening en Europese harmonisatie van de verschillende belastingstelsels noodzakelijk zijn.”

De door de Duitse overheid aangekondigde stimuleringsmaatregelen tot 2015 voor biomass-to-liquid en ethanol uit cellulose zijn een stap in de goede richting, maar Volkswagen betwijfelt of dit voldoende is voor grote investeringen en langetermijnplanning.

Tot de nieuwe generatie biobrandstoffen behoren de synthetische biomass-to-liquid brandstof SunFuel en cellulose-ethanol, dat gewonnen wordt uit complete planten en resten van planten, zoals stro. Dit in tegenstelling tot de huidige generatie biobrandstoffen, die hoofdzakelijk uit de vrucht van de plant wordt gewonnen. Bij de ontwikkeling van de nieuwe generatie biobrandstoffen werkt Volkswagen nauw samen met andere autofabrikanten, biotechnische ondernemingen en olieconcerns. Met de volsynthetische brandstof SunFuel is sprake van een volledig gesloten CO2-kringloop en een afname van broeikasgassen met ongeveer 90 procent.