Voor het derde jaar in successie is de titel Engine of the Year naar BMW gegaan. De hoofdprijs werd binnengesleept door de nieuwe 3,0-liter Twin Turbo-benzinemotor uit de BMW 3 Serie. Van de in totaal twaalf categorieën eindigde BMW zeven maal bovenaan.

De 3.0 Twin Turbo was natuurlijk ook de beste nieuwe motor en winnaar in zijn eigen volumeklasse. De vijfliter V10 uit de M5 en M6 was de beste in de klasse boven vier liter en werd uitgeroepen tot best presterende motor. De 2,5-liter krachtbron van de 325, 525, X3 en Z4 ging met winst aan de haal in de categorie 2,0 tot 2,5 liter. Ook de 1,6-turbomotor die BMW in samenwerking met PSA ontwikkelde voor de Mini en Peugeot 207 sleepte een prijs in de wacht, in de klasse 1,4 tot 1,8 liter.

Toyota was het enige niet-Duitse merk dat in de prijzen viel. De 998 cm3-motor die wordt gebruikt in de Toyota’s Yaris en Aygo en de Peugeot 107 en Citroën C1 was de beste krachtbron met een cilinderinhoud van minder dan een liter. De overige prijzen gingen naar Porsche, in de klasse 3,0 tot 4,0 liter voor de 3.6 Turbo uit de 911 en Volkswagen, de 1.4 TSI Twincharger uit de Golf, Touran en Jetta en de 2.0 Turbo uit de Golf eindigden bovenaan in de categorieën 1,0 tot 1,4 liter en 1,8 tot 2,0 liter. Opmerkelijk genoeg was het voor het eerst dat Porsche een Engine of the Year Award kreeg toebedeeld.

De Engine of the Year verkiezing wordt jaarlijks georganiseerd door UKIP Media & Events, uitgever van het tijdschrift Engine Technology International. De jury bestaat uit 62 technische journalisten uit dertig landen.