De topmannen van Chrysler, Ford en General Motors dienen vandaag hun noodplan in bij de Amerikaanse overheid. Ze hopen in het tweede gesprek financiële steun ter waarde van 34 miljard dollar te krijgen van de senaat.

De vorige smeekbede liep uit op een deceptie. Een deel van de congresleden was van mening dat de Amerikaanse autobouwers de ellende aan zichzelf danken. Pas wanneer ze met een deugdelijk noodplan op de proppen komen overweegt de overheid financiële hulp. Bob Nardelli, Alan Mullaly en Rick Wagoner, de grote bazen van de drie concerns, presenteren nu hun noodplannen.

Het ontslaan van personeel, verkopen van bedrijfsonderdelen en reorganiseren van de bedrijfsstructuur zijn enkele belangrijke onderdelen van de plannen. Het belangrijkste is echter dat Chrysler, Ford en GM innovatiever en ‘groener’ willen worden, wat noodzakelijk is om op de automarkt te overleven. Ford en Chrysler brengen in 2010 volledig elektrisch aangedreven auto’s op de markt en GM zet vol in op hybridemodellen.

Gezamenlijk vragen de ‘grote drie’ om 34 miljard euro overheidssteun. General Motors heeft twaalf miljard nodig, waarvan vier miljard voor 31 december anders haalt het bedrijf waarschijnlijk het nieuwe jaar niet eens. Wanneer de economische malaise nog erger wordt dan heeft GM nóg eens zes miljard nodig. Ford vraagt de overheid om negen miljard euro, Chrysler wil zeven miljard hebben.

De drie bazen tonen in ieder geval goede wil. De dure privéjets waarmee de heren vorige keer naar het overleg kwamen laten ze deze keer thuis. Ze komen per (hybride-)auto naar Washington. Bovendien nemen ze komend jaar genoegen met een salaris van een dollar. Of de ‘Detroit three’ de gevraagde hulp daadwerkelijk krijgen weten we pas vannacht.