De Ministerraad nam gisteravond een besluit over de stelselherziening van autobelastingen. De BPM – ook omgebouwd naar CO2-belasting – en de motorrijtuigenbelasting worden geheel afgeschaft, inclusief de provinciale opcenten. De derving van inkomsten voor de schatkist wordt niet verhaald op automobilisten of vrachtverkeer.

Gisteren werd al bekend dat de BPM in zijn geheel wordt afgebouwd, ook na de nog plaats te hebben ombouwing tot CO2-belasting waarbij betaald moet worden voor de uitstoot van CO2, fijnstof en stikstofoxiden. Nu heeft minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat ook toegezegd dat de BPM volledig afgeschaft wordt zelfs wanneer tussentijds onderzoek uitwijst dat er onvoorziene negatieve effecten optreden bij de afbouw.

Deze uitkomst wordt gezien als een overwinning van Eurlings op staatssecretaris De Jager van Financiën, die de grote inkomstenbron niet geheel wilde laten verdwijnen. De prijs die Verkeer en Waterstaat hiervoor betaalt is het volledig opdraaien voor de investeringskosten van de invoering van het rekeningrijden. Maximaal vijf procent van de exploitatiekosten komen voor rekening van automobilisten. Deze kosten worden verwerkt in het kilometertarief. Voor het verlies van provinciale opcenten wordt nog gezocht naar een vervangende belastinggrondslag. In ieder geval heeft het kabinet toegezegd dat deze niet gebaseerd zal zijn op automobiliteit.

De motorrijtuigenbelasting en de daaraan gekoppelde provinciale opcenten vervallen al zodra een voertuig overgaat naar het systeem van betalen per gereden kilometer. De algemene verwachting is dat de gekozen aanpak leidt tot een eerlijker manier van betalen. Daarnaast voorzien kabinet en autobranche een betere doorstroming met minder files en een schoner milieu. Minister Eurlings verwacht de helft minder filedruk in 2020.

De autobranche reageert verheugd op de beslissing om de BPM volledig af te bouwen. De BOVAG en RAI Vereniging geven aan graag in te gaan op het voorstel vanuit het ministerie om invulling te geven aan de invoering van ‘Anders Betalen voor Mobiliteit’. Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) is blij dat de verminderde inkomsten van personenautobelastingen niet worden verhaald via belastingen op bedrijfsvoertuigen.