Blaastest

In 2008 zat 6,8 procent van de bestuurders met meer dan 0,2 promille alcohol in zijn bloed achter het stuur. In 2006 was dat percentage nog 9,8 procent. Het aandeel zware drinkers is gelijk gebleven.

Uit onderzoek van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat blijkt dat het alcoholgebruik onder autobestuurders is afgenomen. In 2008 blies 6,8 procent meer dan 0,2 promille. Voor beginnende bestuurders betekent dat een overtreding, ervaren bestuurders – rijbewijs langer dan vijf jaar – mogen maximaal 0,5 promille blazen.

Van de beginnende bestuurders gaat 4,8 procent in de fout, in 2007 was dat nog 5,2 procent. De daling wordt vooral veroorzaakt door de lichte drinkers (tussen 0,2 en 0,5 promille). Op vrijdagnacht tussen 2 en 4 uur vinden de meest overtredingen onder de beginnende bestuurders plaats, maar liefst 11,3 procent zit dan boven het toegestane promillage.

Ook valt op dat beginnende bestuurders in de leeftijdsgroep ‘ouder dan 25 jaar’ veel vaker de fout in gaan dan jonge bestuurders. Bij ervaren bestuurders is het aantal overtredingen gedaald van 3,2 naar 2,9 procent. Ook hier is het aandeel lichte drinkers (tot 0,8 promille) het hardst gedaald. Opvallend is verder dat mannen (3,6 procent) veel vaker met te veel alcohol op achter het stuur kruipen dan vrouwen (1,6 procent). Het aandeel zware drinkers (meer dan 1,3 promille) bleef in 2008 gelijk. De overheid wil voor deze groep een alcoholslot invoeren.