Renault presenteert de vernieuwde Mégane. Aan de buitenkant zijn de wijzigingen klein, maar er is wel degelijk nieuws te melden. Zo introduceert het merk een stekkerhybride-uitvoering, krijgt de R.S.-versie meer vermogen en wordt het model voorzien van zelfrijdende technologie.

Slechts aan de kleine wijzigingen aan de grille, voorbumper en de achterlichten herken je vernieuwde Renault Mégane. Het ontwerp is na ruim 4 jaar nog altijd fris en behoeft daarom volgens Renault geen grote wijzigingen. Dat betekent natuurlijk niet dat er niets is veranderd. Zo zijn de koplampen nu voorzien van led-techniek en in het interieur hebben de beeldschermen een upgrade gekregen. Het exemplaar in de middenconsole is nu (maximaal) 9,2 inch groot, het beeldscherm achter het stuur meet nu 10,2 inch. De Mégane krijgt verder de beschikking over semi-autonome rijhulpsystemen, zoals een file- en snelwegassistent.

Hybride

De vernieuwde Mégane komt ook als E-Tech plug-in hybride. Een 1.6 benzinemotor en twee elektromotoren produceren samen 160 pk vermogen. Over een afstand van 50 kilometer kan de Mégane E-Tech volledig elektrisch rijden, tot een snelheid van 135 km/u. Het 9,8 kWh accupakket is via een laadpaal of normaal stopcontact op te laden.

Renault heeft naast de introductie van de hybride-uitvoering meer motorennieuws, want de 1.8 turbomotor in de Mégane R.S. krijgt er 20 pk vermogen en 30 Nm koppel bij. Met 300 pk en 420 Nm is die nu net zo krachtig als de Mégane R.S. Trophy, die gewoon leverbaar blijft. Deze meer voor op het circuit afgestemde uitvoering heeft stijvere veren en dempers en een limited slip differentieel. Voor mensen die graag de uitstraling van een R.S.-uitvoering willen hebben maar niet het vermogen, heeft Renault voortaan de R.S. Line. Die vervangt de GT Line.

Vanaf de zomer levert Renault de vernieuwde Mégane, als hatchback en Estate. De prijzen zijn nog niet bekend.