Zonder enige vorm van bescheidenheid lepelde BMW een atmosferische V10 in de vorige M5, waarmee het weergaloze apparaat in 4,7 seconden 100 km/u op de klok zette. Hoewel het om slechts kleine verschillen gaat, verstoorden achtereenvolgens Mercedes-Benz en Audi het acceleratiefeestje. Met de E 63 AMG en RS6 snoepten beide aartsrivalen twee tienden van die sprinttijd af. Wat betreft rijgedrag bleef de M5 de beste, maar de snelste was ‘ie niet meer. De nieuwe, inmiddels vijfde generatie M5 toont meer spierballen dan ooit. Door het verpletterende 560 pk vermogen en 680 Nm koppel sprint BMW’s nieuwste supersedan in 4,3 seconden van 0 tot 100 km/u. Met zulke cijfers mag je ‘m dus gerust weer als König der asfaltvretende zakensedans betitelen.

De V10 is aan de kant gezet en de nieuwe BMW M5 heeft – net als de legendarische E39 M5 van eind jaren ‘90 – een V8 onder de motorkap. Voorzien van een dubbele turbo is het gecreëerde vermogen overvloedig, zelfs de laatste versie van de Nissan GT-R heeft minder vermogen en koppel. De 4,4 liter V8 met TwinPower Turbo levert bovendien 53 pk meer dan de vorige M5, met een stijging van 160 Nm is het koppel misschien wel het meest indrukwekkend.

Moest de V10 het vooral van veel toeren hebben, de nieuwe M5 heeft zijn maximale koppel tussen de 1.500 en 5.750 tpm voorhanden. In theorie klinkt dat mooi, in de praktijk is het geweldig. Veel moeite te doen om snel te gaan hoef je niet meer, puur op koppel rijden is voldoende om verbluffend rap te accelereren. In welk toerental je ook rijdt, de BMW staat altijd vuurklaar. Tussen de 3.500 en 4.000 tpm voel je de V8 het vermogen duidelijkst opbouwen, de duw in je rug is op dat moment fantastisch. Met kinderlijk gemak stuif je het overige verkeer voorbij en ben je nog altijd ruim uit de buurt van de toerenbegrenzer. Voor je er erg in hebt, ben je de 200 km/u voorbij en heel snel daarna lees ik vervolgens het getal ‘265’ af op het grote head-up display. “Wat, nu al op topsnelheid!?”, was het enige dat ik op dat moment kon uitbrengen.

“Wat, nu al op topsnelheid!?”, was het enige dat ik kon uitbrengen

Tijdens de testperiode viel er behoorlijk wat regen en dan kom je voorzichtig tot de conclusie dat het enorme vermogen misschien wel iets te veel van het goede is. Zelfs met de tractiecontrole en het stabiliteitsprogramma ingeschakeld, heeft de auto moeite om de brede achterbanden niet door te laten spinnen. Meermaals reed ik in de tweede versnelling weg, puur om tractieverlies te beperken. Schakel je de veiligheidssystemen uit, dan moet je er zeker van zijn dat je beschikt over een goede voertuigbeheersing. De achterkant kwispelt er dan lustig op los, maar even van het gas af en een korte stuurbeweging zijn voldoende maatregelen om ‘m weer in het gareel te krijgen. Ik vind het geweldig. Het maakt de grote zakensedan opvallend speels, hoewel hij je ook net zo goed genadeloos kan afstraffen. Voor een lekker potje overstuur in de bocht is de M5 zeker te porren, al merk je dat je uiteraard niet met een lichtvoetige 1 M Coupé (om maar iets extreem leuks te noemen) op pad bent. Hoe dan ook, log of lomp is de snelste 5 Serie allerminst.

Met flinke klappen

Het feit dat je zaken als besturing, onderstel en gasrespons kunt instellen heeft daar alles mee te maken. Kies je voor ‘Sport Plus’ dan heb je onbetwist een geweldige stuurmansauto, zonder dat de limousine vervelend stug wordt. Er zitten maar liefst twee M-knoppen op het stuurwiel, waarmee jouw favoriete configuraties opgeslagen kunnen worden. In de meest sportieve modus is de stuurinrichting heerlijk zwaar en lekker direct, maar niet op een zenuwachtige manier. Zo snaarstrak als een 1 M Coupé of M3 stuurt ‘ie niet, maar voor een auto van dit formaat behoorlijk goed. Maar de M5 heeft meer pijlen op z’n boog. Zet alles in de comfort- of eco-stand en je kunt heerlijk toeren met het hele gezin. Vanzelfsprekend is die laatste stand enkel ontwikkeld om het verbruik op papier laag te houden, het opgegeven verbruik van 9,9 liter per 100 kilometer is vrijwel niet haalbaar. Doordat de M5 bij 120 km/u slechts 1.900 tpm draait, behaal je wellicht op een lange snelwegrit en met inachtneming van de snelheidslimiet die beloofde waarde, maar over een gevarieerder traject en gebruikmakend van het vermogen moet je eerder richting de 1 op 5 á 1 op 7 denken.

De uitlaten van de BMW M5 knetteren en brullen erop los

Je hebt auto’s waarbij de schakelflippers achter het stuur weinig toevoegen aan het rijplezier, maar in de M5 zijn ze mijn beste vrienden. In de automaatstand schakelt de zeventrapsautomaat snel en vloeiend maar voor het echt leuke werk kun je niet om de stuurpaddles heen. Ten eerste reageren ze razendsnel op commando’s en ten tweede gaat elk verzet met een flinke klap. En dat is leuk en opzwepend. Juist omdat het schakelen dan niet bepaald vloeiend gaat, voel je exact wat er gebeurt. Als alles ontzettend ‘smooth’ verloopt gaat de spanning er af, dus helemaal goed van BMW. Wel jammer dat de automaat zich uiteindelijk altijd met de versnellingen gaat bemoeien.

Iets dat goed is, behoeft geen opsmuk

Donderslagen en liquidaties

De V10 klinkt voornamelijk bij hoge toeren fantastisch, de turbogeblazen V8 doet dat over het hele toerenbereik. Door de goede isolatie van de M5 dringt het motorgeluid nauwelijks het interieur binnen. Daar heeft BMW wat op bedacht, door het geluid over de luidsprekers te laten klinken. Hier kwam veel commentaar op van liefhebbers en ook wat mij betreft had BMW dit achterwege kunnen laten. Toch is het geluid niet constant of te nadrukkelijk aanwezig. De sound van de V8 is ten opzichte van de V10 totaal anders, maar dankzij het uitlaatsysteem niet minder opwindend. De uitlaten knetteren en brullen erop los, maar het meest bizarre zijn de geluiden als je plots van het gas af gaat. Honderd meter verder kijken voetgangers de lucht in alsof zojuist het onweer is losgebarsten. Met het juiste toerental is zelfs een luide knal hoorbaar, alsof er net iemand geliquideerd is. Stiekem erg vermakelijk om mensen tientallen meters verderop vol verbazing om zich heen zien te kijken, keerzijde is dat de M5 daardoor soms wel erg opvallend is. Zelfs al zou je ‘m in het grijs of zwart bestellen…

Machtig

De BMW M5 geeft een machtig gevoel. In de basis is het een ‘gewone’ 5 Serie, maar dat is juist zijn sterkste punt. De Fünfer is een fraaie en goede auto, in M5-kledij is ‘ie nog beter. Ten opzichte van zijn voorganger heb je meer comfort en met een vanafprijs van 123.250 euro ook nog een stuk goedkoper dan de vorige. In deze Monte Carlo-blauwe lak is de M5 bovenal een schitterende machine, met uiteraard zijn kenmerkende uitlaten en roosters in de voorschermen.

Het interieur wijkt slechts op details af van een normale 5 Serie, maar erg is dat niet. Iets dat goed is, behoeft geen opsmuk. De belangrijkste knoppen van de M5 zijn perfect geclusterd rondom de pook. Met die knoppen stel je elk aspect van de auto naar wens in. De zit is geweldig, de ruimte achterin prima en de kofferbak met 520 liter riant. Die veelzijdigheid maakt de M5 zo’n icoon. Hoog presterend en uitmuntend rijdend, maar tevens geschikt om met vier man/vrouw een weekend op pad te gaan. 

De lat is gelegd

Over de M5 kan ik enkel euforische woorden uitspreken. Ik had gedacht kritiek te hebben op het geluid of dat ik een atmosferisch blok zou missen. Of misschien wel last zou ondervinden van de grote en zware koets, maar niets van dat alles. De M5 imponeert en zet verbluffende prestaties neer. Hij is weer de snelste, maar belangrijker is dat ‘ie verschrikkelijk goed is. De M-divisie van BMW heeft voor de zoveelste keer puik werk verricht en ik ben nu meer M5-fan dan ooit tevoren. Het is afwachten wat het antwoord van Audi en Mercedes hierop is. De lat is gelegd…