De Range Rover Sport heeft een typebenaming die niet lijkt te passen bij een terreinwagen. Hoe kan een zware auto van bijna 2.500 kg sportief zijn? De 510 pk sterke vijfliter supercharged V8 brengt de pk/gewichtsverhouding in elk geval dicht in de buurt van een sportwagen, terwijl het koppel van 625 Nm garant staat voor rondvliegende straatklinkers. Indrukwekkende cijfers met een bijbehorend prijskaartje. Kan deze Range Rover zijn sportieve naam waarmaken?

Op basis van het uiterlijk zou je zeggen van niet. De Range Rover Sport oogt zo massief als een bunker op wielen. Hij staat hoog op zijn poten waardoor 'ie zwaarlijvig overkomt. Met de luchtvering in de hoogste stand kun je ongekende aanrijdhoeken aan, waarbij de dikke uitlaten aan weerszijden als eerste de grond raken. De bodemspeling is te variëren van een lage instapstand tot een hoogte waarmee je steile hellingen kunt bedwingen.

Toch is de Range Rover Sport niet echt bedoeld voor mensen die modderlaarzen dragen. Die zullen eerder voor een functionelere Discovery of de compromisloze Defender kiezen. Hoewel de kwaliteiten van zo’n Sport in het terrein Land Rover-waardig zijn, is het net alsof je in een smoking op survival gaat. Hij heeft door zijn eenvoudige en hoekige vormen iets stoers, maar tegelijkertijd ook een chique en stijlvolle uitstraling. Net zoals de eerste generatie Range Rover destijds ook bedoeld was: als een terreinwagen met de kwaliteiten van een luxe personenauto. Dat was toen een uniek concept maar dit recept heeft inmiddels veel navolging gekregen.

De Range Rover Sport zou zelf ook een nieuwe interpretatie van de normale Range Rover zijn, die veel duurder en ook iets groter is. De Sport ziet er door schuinere lijnen en een lagere koets wat gestroomlijnder uit. Hij is grofweg twintig centimeter korter en tien centimeter lager en smaller dan de Range Rover zonder Sport. Een groot gewichtsvoordeel heeft dat niet opgeleverd, maar het zwaartepunt ligt wel een stuk lager. De zwarte lakkleur van de testauto staat goed, maar de tweekleurige wielen zijn niet helemaal mijn smaak. Ik vind ze zelfs een tikkeltje ordinair.

Er ligt een beul van een motor in het vooronder maar de algehele rijdynamiek verdient het predikaat 'Sport' niet

Onaantastbaar

Instappen in de Range Rover is voor personenautobegrippen een beklimming. Vanuit de hoog boven het asfalt verheven zetels kijk je uit over het gepeupel op de weg. Een onaantastbaar gevoel bekruipt je als je achter het stuur zit. Voor je bevindt zich een mooi vormgegeven dashboard, waarvan de materialen toch net wat minder zijn dan in een ‘normale’ Range Rover. Er is meer hard plastic aanwezig, al zijn er sinds de facelift wel verfijndere knoppen op de middenconsole te vinden. De ergonomie is er ook duidelijk op vooruit gegaan. De centraal geplaatste navigatie wordt als aanraakscherm bediend en werkt prettig. Verder zijn er draaiknoppen aanwezig voor de klimaatcontrole en de bediening van het fantastisch klinkende Harman Kardon geluidssysteem.

De zwart lederen zetels maken van het binnenste een donker geheel, terwijl de geborstelde aluminium inleglijsten een koele indruk maken. De warmte en gezelligheid van traditioneel beige leder en hout ontbreekt, maar dat is natuurlijk aan smaak gebonden. Welke kleur je ook neemt, je krijgt sowieso prettig zittend en voldoende ondersteunend meubilair. De verstelbare armsteunen aan de voorstoelen zijn een klassiek Range Rover-kenmerk dat behouden is gebleven. Ze bieden een prettiger en hoger rustpunt dan een middenarmsteun.

Voluit spurt de Range Rover Sport in 5,8 seconden naar de 100, sneller dan de fabriek belooft

De binnenruimte blijkt helaas tegen te vallen. Met name mensen die langer zijn dan 1,90 meter komen al gauw bewegingsruimte tekort. De voorstoel kan eigenlijk net niet ver genoeg naar achteren, terwijl je door het optionele schuifdak zelfs met je kruin tegen de hemelbekleding komt. De beenruimte achterin is voor langere personen evenmin toereikend. Voor een auto van dit formaat kan dat eigenlijk niet. De kofferbak is op zijn beurt wel weer riant bemeten en uiteraard te vergroten als de banken plat gaan. De achterklep kun je in twee delen openen: de ruit scharniert omhoog en de klep daaronder naar beneden. Hierdoor leent de Range Rover zich ook perfect als camera-auto, waar het Britse autoprogramma Top Gear dankbaar gebruik van maakt. In combinatie met de luchtvering en de hoge koets is dit de ideale auto om andere testauto’s rijdend mee in beeld te brengen, zoals onze fotograaf ook gedaan heeft. Het is jammer dat de klep zo zwaar is en met een rammelende plof sluit, dat hoort niet bij zo’n klassewagen.

Wanneer je plankgas geeft sleurt de Range Rover je mee op een oceaangolf van koppel. Deze motor heeft trekkracht over het gehele toerenbereik, met mokerslagen aan het einde

Oceaangolf van koppel

Dan is het tijd om te gaan rijden en vast te stellen hoe hoog het sportieve gehalte van deze ‘Sport’ nou werkelijk is. Om te beginnen is daar die beul van een motor, die met 510 pk en 625 Nm iedere vorm van zwaarlijvigheid omzet in een onwerkelijk verpletterende voortstuwing van 2,5 ton staal. Bij de eerste aanname van het gas voel je direct al een gretige reactie van de motor. De gasrespons is heftig en de motor reageert meteen op bewegingen van je rechtervoet. Met name wanneer je zelf met de flippers achter het stuurwiel schakelt valt op hoe gretig de motor toeren wil maken. De transmissie reageert snel en schakelt vrijwel schokvrij, al voel je bij echt hard blazen wel de krachtswisseling in de aandrijflijn. De supercharger bouwt zijn extra trekkracht lineair op en kent geen turbogat. Al vlak boven het stationair toerental is er trekkracht in overvloed en bij 2.500 tpm levert hij zijn maximum koppel. De motor draait slechts 2.000 tpm bij 120 km/u en is dus op constante snelheid aangenaam stil. Pas na de 3.000 tpm begint de V8 echt bruut te klinken. Laat je het gas vervolgens weer even los in een lage versnelling, dan word je getrakteerd op luid geplof uit de uitlaat.

Wanneer je plankgas geeft sleurt de Range Rover je mee op een oceaangolf van koppel. Deze motor heeft trekkracht over het gehele toerenbereik, met mokerslagen aan het einde. Voluit spurt de Range Rover Sport in 5,8 seconden naar de 100 en dat is zelfs sneller dan de fabriek belooft. Het gemak en het geweld waarmee deze Land Rover door zijn zes versnellingen heen dendert doet menig serieus snelle auto blozen bij het stoplicht - zelfs boven de 100. Dan schakelt hij pas door naar de derde versnelling om vervolgens 200 km/u in de vierde versnelling nog binnen de twintig tellen te bereiken. Als de top niet begrensd was op 225 km/u, dan zou hij waarschijnlijk onvermoeibaar doordenderen naar 250 km/u. Gezien het gewicht leek het ze bij Land Rover verstandig de Sport toch eerder te begrenzen, want vergeleken met bijvoorbeeld een Jeep Grand Cherokee SRT8 of Porsche Cayenne Turbo weegt deze Range Rover een slordige 500 kilogram meer.

Gelukkig is al dat geweld gecontroleerd en vertrouwenwekkend tot stoppen te dwingen met goed doseerbare remmen. Die weten overigens niet te verhullen dat je met een zware auto op pad bent, want dat komt tijdens het rijden duidelijk tot uiting. De motor mag de Range Rover Sport dan wel bloedsnel maken, zodra er een bocht opdoemt zul je toch rekening moeten houden met zijn formaat. De luchtvering houdt de koets aardig vlak, maar het gewicht drukt toch door in snel genomen bochten.

De verstelbare armsteunen aan de voorstoelen zijn een klassiek Range Rover-kenmerk

Erg communicatief is de Sport ook niet, want hij stuurt op lage snelheid tamelijk licht en indirect. Ook centreert het stuurwiel niet altijd, waardoor je soms zelf moet terugsturen om weer rechtuit te gaan. Op hogere snelheid verbetert het stuurgedrag wel iets. De BMW X5 en de Porsche Cayenne bieden op dat vlak veel meer betrokkenheid en feedback in het rijden. Je voelt in de Range Rover Sport wel duidelijk over wat voor ondergrond je rijdt. Het onderstel is vrij stug te noemen, al worden hobbels nooit hinderlijk hard doorgegeven. Het blijft beperkt tot doffe klappen, die het gevolg zijn van de ‘sportieve’ afstemming van de luchtvering en de platte banden. Iets meer comfort zou zeker wenselijk zijn, maar ook dat is weer een kwestie van smaak en voorkeuren. Het gemiddelde verbruik tenslotte, schommelde zo rond de 1 op 6. Het mag wat kosten, zullen we maar zeggen.

Wel de prestaties…

De Range Rover Sport hinkt eigenlijk een beetje op twee gedachten. Er ligt een beul van een motor in zijn vooronder, die de terreinauto de kwiekheid van een sportwagen geeft. In dat opzicht is de typebenaming zeker op zijn plaats. Hij mag dan wel de prestaties hebben, de algehele rijdynamiek verdient het predikaat 'Sport' niet. Het bochtengedrag heeft onder het hoge gewicht en de weinig communicatieve besturing te lijden. In hoeverre dat erg is, is natuurlijk maar de vraag. Wat meer stoort bij een auto van dit formaat en gewicht is de gebrekkige binnenruimte, waarbij de vraag rijst waarom je dan nog zoveel kilo’s meezeult. Een Range Rover blijft natuurlijk ook een Land Rover en heeft weer andere capaciteiten en mogelijkheden te bieden wanneer je het asfalt verlaat. Dan blijkt de bodemspeling ineens erg handig en de niet zo sterk centrerende besturing laten de voorwielen in de juiste hoek staan. Ondertussen zitten de inzittenden er comfortabel en luxe bij. Dit multifunctionele karakter is tenslotte verenigd in een stijlvolle verpakking, dat toch voor het grootste deel de irrationele keuze voor een Range Rover Sport moet rechtvaardigen. Want wat een lol kun je beleven met zo’n snelle terreinwagen…