In autoland lopen slechts een paar iconische designers rond. Ian Callum mag zich daar zeker onder scharen. Hij begon zijn carrière in 1979 bij Ford maar werd vooral bekend om de nu al legendarische sportwagens als de Aston Martin DB7, Vanquish en DB9 die hij voorzag van hun verleidelijk vormen. Sinds 1999 is Callum design director bij Jaguar en tekende hij onder andere stijlvolle katten als de XK, XF en XJ.

Ian's nieuwste geesteskind, de F-Type - opvolger van de vermaarde E-Type – werd op de Parijse show zeer warm ontvangen. In zijn bescheiden kantoor in het Engelse Coventry vertelt Callum: "Deze auto stond al sinds 1999, toen ik bij Jaguar kwam, hoog op mijn verlanglijstje. De eerste paar pogingen strandden omdat Ford (de toenmalige eigenaar van Jaguar, red.) niet genoeg wilde investeren. Pas toen Meneer Tata (sinds 2008 de Indiaase eigenaar van het merk, red.) in de ring stapte, wist ik dat het goed zou komen. Het heeft ons wel wat hoofdbrekens gekost, want we moesten buffelen om alle techniek erin te passen. Als je een moderne auto doormidden snijdt, dan zie je dat er geen millimeter aan ruimte over is. Alles zit tjokvol elektronica, draden,  mechanica. Het is gelukt en ik ben er werkelijk zeer trots op. Hij is zo 'sophisticated'!”

Waarom mensen een bepaalde auto mooi vinden is soms niet te verklaren of te meten

De F-Type is ontworpen naar Callums vier designwetten. Hij vertelt: “Als ik een Jaguar ontwerp, zijn er vier belangrijke zaken. Allereerst de fundamentele visuele architectuur, de proportie van de auto. Die moet opwindend zijn, want dat is wat je tegen lantaarnpalen doet lopen als hij voorbij rijdt. Waarom mensen een bepaalde auto mooi vinden is soms niet te verklaren of te meten, het is een instinctief iets. Maar je ziet wel meteen of de vorm goed is, want die maakt dat je langer naar een auto wilt kijken. Ten tweede zijn er de lijnen van de auto, die moeten mooi, strak en simpel zijn. Easy on the eye. Ten derde heb je pure oppervlakken nodig, oppervlakken die je uitnodigen om aan te raken.  En als laatste zijn er de details die heel belangrijk zijn aan een auto. Je moet de beste 'juwelen' scoren voor je auto in de vorm van een mooie, moderne knoppenwinkel en prachtige interieur materialen. Ik wilde de F-Type ook een vleugje van de E-Type meegeven en dat wordt weerspiegeld in de achterlichten en de slanke, horizontale lijn van zijn achtersteven.”

Jaguar F-Type

De F-Type zal naar verluidt de Porsche Cayman en Boxster beconcurreren, maar Callum denkt liever niet in hokjes. Hij zegt: “We hebben gewoon een geweldige auto gemaakt die vanzelf zijn rechtmatige plaats zal vinden. Uiteindelijk is het de emotionele feedback van een auto die verkoopcijfers genereert. Ik creëer vooral vanuit mijn eigen emotionele drijfveren. Mensen die naar een auto kijken en een stuk staal zien, prima. Maar als je een auto goed bekijkt, krijg je emotionele feedback. In dat opzicht heeft het ontwerpen van een auto veel weg van het componeren van muziek, het is een compositie. Je hebt een bepaalde structuur nodig, maar je moet er aan het eind wel een supergoed gevoel van krijgen. Zoals je krijgt van de muziek van Bruce Springsteen, David Bowie of Adèle. Ik geloof er bij luxeproducten zoals de onze ook niet in dat je klanten moet vragen wat ze willen. Je moet anticiperen op wat ze in de toekomst willen, precies zoals Steve Jobs bij Apple heeft gedaan. Een verlangen creëren waarvan men niet wist dat men het had. De auto moet een lach op je gezicht toveren."