Porsche trekt de facelift van de 911 nu ook door naar de Carrera 4 en Targa 4-modellen. De vierwielaangedreven uitvoeringen accelereren nu sneller dan de achterwielaangedreven versies.

Porsche heeft de vierwielaangedreven uitvoeringen van de 911 voorzien van een nieuwe neus en een turbomotor. De uiterlijke wijzigingen zijn gelijk aan die van de versies met achterwielaandrijving. Specifiek voor de ‘4’-modellen is de led-balk tussen de achterlichten, die nu een 3D-effect heeft dat 'de breedte van de auto accentueert'.

Uiteraard maakt ook in de Carrera 4 en Targa 4 de nieuwe turbomotor zijn debuut. Die motor levert 370 pk en in de S-versies 420 pk. Dankzij een verbeterde elektrohydraulische aansturing worden de krachten beter over de vier wielen verdeeld, waardoor de Carrera 4 en Targa 4 nu sneller van 0 naar 100 km/u accelereren dan voorheen maar ook sneller dan de achterwielaangedreven uitvoeringen. In het gunstigste geval – met PDK-automaat en het optionele Sport Chrono Pack – accelereert de Carrera 4 S in 3,8 seconden van 0 naar 100 km/u. De topsnelheid van de vierwielaangedreven versies varieert, afhankelijk van de gekozen versie, van 287 tot 305 km/u.

Standaard worden de Carrera 4 en Targa 4 geleverd met actieve vering, die ervoor zorgt dat de auto 10 mm dichter bij het asfalt staat. Middels het optionele Sport Chrono Pack is de vering in te stellen in verschillende standen.

De prijzen van de vernieuwde Carrera 4 en Targa 4 zijn nog niet bekend.