Mercedes-Benz brengt zijn eerste dieselhybride op de markt. De E 300 BlueTEC Hybrid moet orde op zaken stellen in het bijna toepasselijk genaamde E-segment. In 2013 heeft de E-Klasse het 20 procent-bijtellingsrijk voor zich alleen. De vernieuwde E-Klasse staat dit later dit jaar bij de dealers en het ziet er naar uit de deze Hybrid wel eens de belangrijkste variant kan gaan worden. In deze test pakken we het uitgaande model erbij om een indruk te krijgen van de nieuwe techniek.

Als basis voor de E 300 BlueTEC Hybrid dient de viercilinder twinturbo-dieselmotor van de E 250 CDI. Die motor is met z’n 204 pk uit 2,1-liter cilinderinhoud al een fraai stukje technisch vernuft, een mooi voorbeeld van downsizing. Deze CDI maakt de zescilinders van weleer overbodig. De Hybrid voegt hier een elektromotor aan toe die 27 pk sterk is en een stevige 250 Nm trekkracht levert. Een gecombineerd systeemvermogen van 231 pk en een maximum koppel van 590 Nm bij 1.600 tpm  maken deze Hybrid exact even snel als de E 250 CDI. De Hybrid weegt 110 kg meer en levert 35 van de 540 liter bagageruimte in om plaats te bieden aan de compacte lithium-ion accu’s. Die batterijen  stellen de E 300 in staat om elektrisch weg te rijden, maar zodra je een beetje snelheid maakt slaat de verbrandingsmotor meteen aan. Deze hybride moet zijn voordeel vooral halen uit het fenomeen ‘zeilen’. Hierbij kan tot een snelheid van 160 km/u de verbrandingsmotor worden ontkoppeld, waarna je elektrisch ondersteund nog een aardig eind doorrolt terwijl je geen of nauwelijks snelheid verliest.

Dat klinkt in theorie heel mooi, maar de praktijk is een stuk weerbarstiger. Het is nog een hele opgave om de toerenteller op nul te krijgen en vooral te houden zonder snelheid te verliezen. Wanneer je het gas loslaat en een versnelling opschakelt, dan wordt de verbrandingsmotor al gauw uitgeschakeld. Het is de kunst om dan weer uiterst voorzichtig een drupje gas te geven. Hiermee forceer je de techniek om louter elektrokracht te gebruiken om de snelheid vast te houden. Het percentage van de acculading wordt weergegeven in de boordcomputer, terwijl het bijladen (charge) of ondersteunen (boost) met een driftig zwiepende naald op een metertje wordt getoond. Dit helpt je bij een juiste dosering van het gaspedaal maar het vergt een uiterst beheerste grote teen en de nodige concentratie. In de stad en op provinciale wegen is het ‘zeilen’ nog redelijk te doen, maar op de snelweg komt de elektromotor al gauw kracht tekort om het tempo vast te houden.

Deze hybride moet zijn voordeel vooral halen uit het fenomeen ‘zeilen’

Minder rooskleurig

In de dagelijkse omgang is de E 300 Hybrid wel bijzonder adequaat gemotoriseerd, want de twinturbodiesel is van zichzelf al erg krachtig en koppelrijk. De eerste serie exemplaren van de 2.1 stond bekend om de rauwe loopcultuur, maar deze testauto is redelijk stil en loopt mooi ‘rond’. De zeventraps automaat schakelt bovendien boterzacht, maar reageert niet altijd even alert. Gelukkig wordt die vertraging gecompenseerd door het onmiddellijk parate koppel van de elektromotor. De prestaties zijn desondanks gelijk aan die van de 250 CDI. De Duitse zakensedan sprint in 7,5 tel vanuit stilstand naar ‘de honderd’ en bereikt een topsnelheid van 242 km/u.

Mooie cijfers, maar het belangrijkste is natuurlijk het verbruik waaraan deze E-Klasse zijn 20 procent-bijtellingstatus aan ontleent. Het theoretische verbruik van de E 300 Hybrid is vergeleken met de E 250 CDI van 4,9 naar 4,2 l/100 km gedaald en de bijbehorende CO2-uitstoot ging van 129 naar slechts 109 g/km voor de sedan. Het aan die uitstoot gekoppelde Nederlandse BPM-belastingstelsel maakt dat deze Hybrid vorig jaar zelfs goedkoper was dan de 250 CDI, terwijl ze dit jaar vrijwel gelijk geprijsd zijn. Je zou toch bijna gek zijn om dan niet de zuinigere Hybrid te kiezen, zeker wanneer je zakelijk ook nog eens 5 procent minder hoeft bij te tellen. Helaas komt de Estate niet voor dit lagere bijtellingstarief in aanmerking en ook het trekken van een aanhanger is met de E 300 Hybrid niet mogelijk.

Open galerij

Op de snelweg komt de elektromotor al gauw kracht tekort om het tempo vast te houden

Het praktijkverbruik valt helaas ook minder rooskleurig uit dan de fabriek en de boordcomputer beloven. Als je rijdt met veel zelfbeheersing geeft de display een gemiddeld verbruik aan dat schommelt tussen de 5 en 6 l/100 km (tussen de 1 op 16,6 en 1 op 20), terwijl bij het aftanken blijkt dat de scores in werkelijkheid tussen de 5,9 en 7,1 l/100 km liggen. Het maakt deze E-Klasse geen zuinigheidswonder, hoewel de motor maar weinig toeren draait op de snelweg. Met slechts 1.750 tpm kabbel je al 120 km/u, maar blijkbaar spelen het gewicht en de luchtweerstand hem toch parten. De inzittenden hoor je overigens niet klagen. Het comfort is van business class-niveau, hoewel de uitrusting van deze relatief ‘kale’ Elegance met zijn stoffen bekleding meer aan economy class-vervoer doet denken. De stoelen zitten riant, maar zijn harder dan je verwacht, zeker als je het veercomfort van het onderstel in ogenschouw neemt. Je hebt weinig zijdelingse steun, maar die is bij een relaxte rijstijl ook niet nodig. Na een lange rit begrijp je weer waarom deze Benz zo mateloos populair is als taxi.

Excuushybride

Wie werkelijk denkt dat je 1 op 23,8 kan rijden met deze E-Klasse komt bedrogen uit. De E 300 BlueTEC Hybrid is geen zuinigheidswonder, maar vooral een excuushybride. Volledig elektrisch rijden kan deze hybride slechts in zeer beperkte mate, maar meezeilen op 20 procent bijtellingsvoordeel doet ‘ie met gemak. Naast de bekende en zeer gewaarde standaardkwaliteiten van de comfortabele E-Klasse, zou dat de hoofdreden voor de zakelijke rijder zijn om de Hybrid te verkiezen boven de 250 CDI. Ons belastingstelsel maakt ze in aanschaf vrijwel even duur en dan is de keuze voor minder bijtelling natuurlijk snel gemaakt. Het is typisch zo’n auto die alleen interessant is voor de Nederlandse markt, want in andere Europese landen kan de E 300 Hybrid zijn meerprijs eigenlijk niet rechtvaardigen. Particuliere kopers of mensen die graag een aanhanger willen trekken zijn net zo goed of zelfs beter af met een E 250 CDI.