Wij Nederlanders lopen weg met ‘Dikke Duitsers’. De verkoopcijfers tonen aan dat Mercedes-Benz,  BMW en Audi populair zijn in ons kleine landje en voor de liefhebber geldt nog steeds: hoe dikker, hoe beter. Aan dat beeld voldoet de 518d niet. Sterker nog, de nieuwe instapdiesel lijkt slechts bedoeld om voordeliger in de vernieuwde 5 Serie te kunnen stappen. Uit deze test zal blijken of basismotor daadwerkelijk aanvoelt als een besparing, of dat het aanvinken van ‘Optie S0320’ volstaat. Levering zonder typeaanduiding…

De BMW 518d veroordelen alleen op basis van het plaatje op de kofferklep is voorspelbaar en te gemakkelijk, want we kennen de ‘5’ als een ontzettend fijne auto. Bij z’n introductie in 2010 werd hij zelfs ‘de benchmark’ genoemd. In de tussentijd heeft de concurrentie niet stilgezeten. Audi kwam met een volledig nieuwe A6, terwijl Mercedes-Benz de E-Klasse voorzag een zeer uitgebreide update. BMW voorziet de ‘5’ van subtiele wijzigingen, waarbij enkel de voorbumper zichtbaar veranderd lijkt te zijn. Dat ook de achterlichten en –bumper anders van snit zijn valt zelfs in een directe confrontatie vrijwel niet op. Een merkbaar pluspunt van de facelift is dat xenonverlichting voortaan standaard is, terwijl adaptieve LED-verlichting de optielijst (én testauto) siert.

Motoren Werke

Van de Bayerische Motoren Werke verwacht je dat de 2.0-liter dieselmotor met twinscroll-turbo niet tegenvalt. Om te beginnen even wat koude cijfers: het maximumvermogen bedraagt 143 pk, wat vrijkomt bij 4.000 tpm en het maximumkoppel van 360 Nm is beschikbaar tussen 1.750 en 2.500 tpm. Vrij vertaald komt het neer op een voor dit segment vrij laag vermogen, al maakt Volvo het nóg bonter met de 114 pk D2-motor in de S80. De 518d heeft een forse trekkracht en dat is redding van dit instapmodel. Wanneer je met relatief weinig gas wegrijdt, voert de motor je mee op een wolk van koppel. De achttrapsautomaat (2.237 euro) schakelt ruim vóór de 2.500 tpm op, waarna het spel zich herhaalt.

Vloer je het gaspedaal, dan komt aan het overvloedige gevoel een einde.

Vloer je het gaspedaal, dan komt aan het overvloedige gevoel een einde. Het koppel bouwt af, terwijl het motorvermogen net tekort schiet om de ingezette acceleratie voort te zetten. Vergis je niet: de 518d voelt allesbehalve traag aan, wat de cijfers onderschrijven. De sprint van 0 naar 100 km/u wordt in 9,9 seconden afgelegd en de topsnelheid ligt op een acceptabele 212 km/u. Tijdens de sprintjes klinkt de motor hoger in toeren wat rauw, maar bij lage toerentallen en op constante snelheden is hij gelukkig erg rustig. De 2.000 tpm die de motor bij 130 km/u draait betekent dat je op snelwegtempo eigenlijk alleen de banden hoort afrollen; ook windgeruis blijft lang op de achtergrond.

Rijbeleving on-demand

De BMW 518d is standaard uitgevoerd met ‘rijbelevingsschakelaar’, die in dit geval drie standen kent. Eco Pro, Comfort en Sport. Het fijnst rijdt de 518d in de Eco Pro-modus, die z’n best doet om het toerental zo laag mogelijk te houden. Daarbij wordt de gasrespons wat minder fel en remt de auto bij snelheden boven de 50 km/u niet op de motor, omdat die ontkoppeld wordt. Zo kun je hele afstanden afleggen met een nihil brandstofverbruik. Ook wanneer je prestaties verlangt blijft Eco Pro gematigd. Hij benut liever koppel dan vermogen, en schakelt pas meerdere trappen terug bij het activeren van de kickdown.

De Comfort-stand, waarin de auto na het starten begint, kent een iets dynamischer gasrespons en maakt gebruik van de remmende werking van de motor. De Sport-modus benut vooral het hogere, minder prettige toerengebied. Tenzij je uiterste paraatheid van de versnellingsbak verwacht is het dus geen aanrader; een getemde rechtervoet past de 518d het best.

BMW heeft het uiterlijk van de BMW 5 Serie nauwelijks gewijzigd.

Verbruikstechnisch verzet de 518d geen theoretische bakens. Op papier is hij exact even zuinig als de meer vermogende 520d, wat betekent dat een gemiddeld verbruik van 1 op 1 op 22 haalbaar moet zijn. Tijdens de zeer gevarieerde testomstandigheden bereikte ik een testverbruik van 1 op 16,9. Rijd je veel op de snelweg en houd je je aan de maximumsnelheid, dan is een verbruik van rond de 1 op 20 mogelijk. Dat zijn hele mooie getallen, zeker voor een auto van dit kaliber.

Op grote, doch lichte voet

Onderstel en besturing zijn en blijven de sterkste punten van de 5 Serie. Dankzij de directe, stevige maar niet zware besturing doet de auto een stuk lichtvoetiger aan dan zijn 4,90 meter lengte doet vermoeden. Je manoeuvreert de 5 Serie fluitend door het verkeer. Een keerzijde is er ook, op de snelweg zijn relatief veel stuurcorrecties nodig. Deze moeten zorgvuldig worden uitgevoerd om de passagiers niet uit hun schoonheidsslaapje te laten ontwaken.

Over het onderstel hebben zowel die passagiers als de bestuurder niets te klagen. De 5 Serie wordt standaard geleverd met ‘sportonderstel’,  dat zijn naam geen eer aandoet en juist daardoor punten scoort. De rijervaring is comfortabel en enkel korte oneffenheden worden enigszins voelbaar doorgegeven. Bochten neemt de 5 Serie graag, al vindt hij ‘overhellen’ daarbij geen vies woord. De 5 Serie is een comfortabele, prettige reisgenoot die ook de sportieve rijder tot op grote hoogte kan plezieren.

Nog geen taxi

Een type gebruiker voor wie de instapmotor een toevoeging zou zijn, is de taxichauffeur. Die is natuurlijk gebaat bij een verlaagde instapprijs - 3.000 euro minder ten opzichte van een 520d - en het beschikbare motorvermogen zal voldoen. Toch is de 5 Serie niet de perfecte taxi: de ruimte achterin is namelijk minder groot dan bij de concurrentie. De been- en hoofdruimte zijn in orde, maar een Mercedes E-Klasse of Audi A6 biedt meer bewegingsruimte. Voorin zit je prima, op half-elektrisch verstelbare stoelen en tussen de fraaie dashboardmaterialen door kijk je naar de tellers, die nu standaard als ‘black panel’ worden uitgevoerd. Alleen de stoelbekleding valt uit de toon. De testauto was namelijk voorzien van het zweterige ‘Sensatec’: een BMW-derivaat van het aloude Skai (nepleder). De meerprijs bedraagt slechts  246 euro, maar stof of – duurder – echt leer geniet mijn voorkeur.

Bruto Duits Prijspeil

De 518d is weliswaar de nieuwe instapper maar zoals het een Duitser betaamt wordt het geen echt koopje. Voor 3 mille winst ten opzichte van de 520d lever je 41 pk en 20 Nm in en bedraagt de vanafprijs 45.990 euro. Het optiebeleid blijft Duits, want hoewel de testauto behangen was met 10 mille aan extra’s, voorzag deze meeruitrusting vooral in vrij basale zaken als gescheiden klimaatregeling en een navigatiesysteem (Business-pakket, 1.995 euro). De adaptieve LED-verlichting heeft met 2.125 euro een fors aandeel, maar de standaard xenonverlichting maakt deze optie enigszins overbodig. De automaat is de extra investering waard, want hij maakt optimaal gebruik van de kwaliteiten van het motorblok en draagt bij aan het luxegevoel dat de auto, ook als instapper, biedt. Onderaan de streep is de 5 Serie na de facelift nog steeds de vertrouwde ‘Fünfer’ en is de 518d een prima basis voor iemand die z’n vele kilometers met gematigde vaart maakt. Vergeet alleen niet optie ‘S0320’ aan te vinken. Die is niet alleen gratis, maar behoedt je ook voor een mogelijk imagoprobleem…