Komend weekend verschijnt een gemeleerd gezelschap aan de start van de WTCC-races in het Zweedse Anderstorp. Naast het gebruikelijke veld benzine-aangedreven toerwagens zet Seat twee TDI’s in en Volvo komt zelfs met een race-auto op bio-ethanol tevoorschijn.

Het WTCC streeft naar een ‘groener’ kampioenschap en krijgt daarbij hulp van Volvo. Het Polestar-team komt normaal gesproken uit in het Zweedse toerwagenkampioenschap met de Volvo S60 Flexifuel. De bestuurder Robert Dahlgren staat op de tweede plaats in het klassement. Een puntenscore in het WTCC lijkt bij voorbaat uitgesloten. “Onze aanwezigheid in Anderstorp is een steunbetuiging aan het ‘groene’ initiatief van het WTCC. Daarom rijden we niet voor de punten”, aldus Derek Crabb, directeur autosport bij Volvo. “Zorg voor het milieu is niet alleen een aandachtspunt van het WTCC, maar sinds jaar en dag ook van Volvo. Dat het WTCC dit jaar het groene licht gaf voor de toelating van auto’s die op alternatieve brandstoffen rijden, was een aanmoediging.”

Alexander Murdzevski Schedvin, manager autosport bij Volvo Cars Zweden, herinnert zich de gefronste wenkbrauwen toen Volvo bekendmaakte op alternatieve brandstof te gaan racen. “Alle autosportexperts claimden dat het gebruik van ethanol in plaats van benzine tot prestatievermindering zou leiden onder de regulering conform FIA Super 2000. Wij besloten om dit jaar al mee te doen en ik ben blij dat we het tegendeel hebben kunnen bewijzen. Deze gunstige start lijkt erg veel op Volvo’s deelname aan het Britse toerwagenkampioenschap in de jaren negentig. Toen was Volvo de allereerste die, ondanks de waarschuwingen van experts, een katalysator in zijn raceauto’s monteerde.”