De Amerikaanse autoconcern raken steeds meer de grip kwijt over hun thuismarkt. Het gezamenlijke marktaandeel van de grootste drie fabrikanten General Motors, Ford en Chrysler daalde afgelopen jaar van 53,7 procent tot 51,1 procent.

Vooral Toyota is een doorn in het oog voor de Amerikaanse autobouwers. Het Japanse concern nam dit jaar de tweede positie over van Ford. Het is voor het eerst sinds 1931 dat Ford niet op de tweede plaats staat in de verkoopstatistieken van de Verenigde Staten. Ook de andere Aziatische merken die op de Amerikaanse markt actief zijn, deden vorig jaar goede zaken. Van alle nieuwe personenauto’s die afgelopen jaar in de Verenigde Staten werden verkocht, was 41,7 procent van Japanse of Zuid-Koreaanse makelij. In 2006 was dat aandeel nog 40,4 procent.

De Europese fabrikanten breiden hun marktaandeel in de Verenigde Staten uit van 6,9 procent tot 7,2 procent. Met name BMW kende een flinke verkooptoename. Het Beierse merk verkocht ongeveer 336.000 auto’s in Amerika, 7,1 procent meer dan vorig jaar. Mercedes-Benz zag de omzet stijgen met 2,2 procent, terwijl Volkswagen juist bijna twee procent moest inleveren.