Hoe lang duurt het nog voordat high performance cars als deze Audi RS 4 worden aangedreven door een 1,1-liter driecilinder met vier turbo’s en elektromotor? Oké, dat is een beetje overdreven maar feit is dat turbo’s de plaats innemen van cilinderinhoud en zuigerpotten. Wat een heerlijkheid dat Audi nog een onvervalste toerenmachine bouwt. En die bijna 8.500 tpm draaiende achtpitter lepelen de Duitsers zelfs in een stationcar – pardon, in een Avant. Ziehier de derde generatie Audi RS 4 Avant.     

Sepangblauw, dat is de kleur van deze Audi RS 4. Een beetje historisch onderlegde Audi-fanaat weet meteen waar ik naartoe wil: de in 1994 onthulde Audi RS 2, een bij Porsche gebouwde superstation met 315 pk sterke vijfcilinder turbomotor. Een iconische, bijna heiligverklaarde auto die veelal in smurfenblauwe carrosserie de Autobahn onveilig maakte. En precies aan die oervader doet deze RS 4 met zijn extreem uitgeklopte spatborden en blauwe omhulsel onwillekeurig denken. Wát een charisma en wát een ‘stance’ heeft de RS 4 Avant. Dat wordt nog eens benadrukt door deze 20 inch lichtmetalen wielen en z’n indrukwekkende grille.

Dubbel en dwars

Het Audi-interieur is te omschrijven met één woord: formidabel. Het dashboard lijkt uit één stuk graniet gehouwen. Professoren hebben jarenlang besteed aan het optimaliseren van bedieningsgemak en ergonomie. Een Audi-knopje zegt geen ‘klik’, maar zingt dat. Het MMI-multimediasysteem bedien je niet, dat systeem stelt zich ten dienst aan inzittenden. Het gebruikte materiaal is dermate ‘knuffelbaar’ dat een soortnaam voor Audi-kunststof zou moeten worden bedacht.

Overweldigend zijn de meesterlijk zittende en dito uitziende RS-stoelen, maar daar betaal je fors voor. De meerprijs bedraagt 4.279 euro. Het interieur geeft een geborgen en vertrouwd gevoel, terwijl deze auto zo’n beest is. En dan kan ook nog eens het hele gezin inclusief bagage meereizen. ’t Is immers een Avant hè, dan zijn die mogelijkheden inbegrepen.     

Een Audi-knopje zegt geen ‘klik’, maar zingt dat

Visueel, maar bovenal auditief genot

Eigenlijk zijn bovenstaande alinea’s volstrekt overbodig, want het draait in een RS 4 maar om één ding: rijden! Voordat ik daarover schrijf keer ik terug naar het thema uit de inleiding: dat toerenmonster in het vooronder. Mijn hemel, wat een overheerlijke V8 huist daar. Een blik onder de motorkap onderstreept ieder vermoeden dat deze 4,2-liter motor exquise ingenieurskunst is, want een tegenwoordig zo gebruikelijke plastic afdekplaat monteert Audi niet. Integendeel, vol trots toont de RS 4 zijn rode kleppendeksels. Blikvangers van formaat, visuele voorbodes van groots auditief genot.    

Het zintuig dat door deze RS 4 het meest geprikkeld wordt, is zonder meer het gehoor. Deze meer dan 8.000 tpm draaiende V8 klinkt allesoverheersend scherp, terwijl ‘ie in stadsverkeer en met ‘halfgas’ heerlijk gorgelt. Een heerlijke geluidstransitie vindt plaats zodra het gaspedaal niet meer wordt geaaid, maar ‘full monty’ naar het schutbord wordt getrapt. Het ‘geblubber’ verandert het felle gesnerp van een toerenmachine die op z’n falie krijgt. De zeventraps S tronic schakelt vliegensvlug en in de sportstanden ook met tussengas, terwijl ‘ie in manuele ‘flippermodus’ zelfs het toucheren van de toerenbegrenzer toestaat. Heerlijk, zo’n transmissie die niet ‘overrulet’. En hoe meer toeren deze RS 4 draait, hoe extremer de immense acceleratie. Het maximale vermogen van 450 pk wordt namelijk pas geleverd bij 8.250 tpm (!), dus nét voordat het rode gebied wordt aangetikt.

Sepangblauw, dat is de kleur van deze Audi RS 4

Een ander bewijs dat deze V8 een toerenapparaat is: met 430 Nm heeft deze Audi minder koppel dan vermogen – iets dat normaal gesproken uitsluitend Italiaanse raspaarden karakteriseert. Hetzelfde geldt voor het verbruik: een schommeling tussen 1 op 4,9 en 1 op 5,7 past bij Ferrari’s en Lamborghini’s en is goeddeels te wijten aan het uitdagende RS 4-karakter. Maar met 120 km/u voortkabbelen heeft ook weinig zin, want zelden staat het actuele verbruik onder de 12 l/100 km op het boordcomputerdisplay.   

Opperste staat van paraatheid

Weinig auto’s hangen zo gretig aan het gaspedaal als deze Audi. Wie met een RS 4 gaat spelen, moet eerst even via MMI zijn auto in ‘opperste staat van paraatheid’ zetten. De instellingsmogelijkheden van besturing, onderstel, motorkarakter, sportdifferentieel, versnellingsbak en weet-ik-veel-wat-nog-meer zijn zo divers dat je na een week lang RS 4 rijden nog steeds niet alle combinaties hebt geprobeerd. En uiteraard moet je voor dat systeem ook nog ‘ns diep in de buidel tasten, want een aantal van voornoemde zaken zijn optioneel. Zo kosten bijvoorbeeld Dynamic Steering, een adaptief sportonderstel en een sportdifferentieel respectievelijk 1.528, 2.982 en 1.453 euro. Om gillend gek van te worden, die overvloedige instellingsmogelijkheden, zoveel verleidelijke opties en zulke exorbitante meerprijzen.

De RS 4 toont zijn rode kleppendeksels. Blikvangers van formaat, visuele voorbodes van groots auditief genot.    

Audi Drive Select kent de modi ‘comfort’, ‘dynamic’, ‘auto’ en ‘individual’, waarvan de laatste rijstand mogelijkheden biedt om alles onafhankelijk in jouw favoriete modus te zetten. Het rijrogramma-systeem heeft als voordeel dat de RS 4 in ‘comfort’ prima functioneert als dagelijkse auto, omdat de ophanging dan soepeltjes werkt en de besturing niet mega-nerveus reageert. In ‘dynamic’ wordt ‘t een heel ander verhaal, want het onderstel gaat het asfalt fileren en de voorwielen reageren hyperdirect en vlijmscherp op stuurinput – en toch mist het laatste ‘randje’ communicatie. Deze RS 4 mag dan een onvervalste sportmotor hebben en de prestaties van een Porsche 911 evenaren, een echt sportwagengevoel blijft uit. Aan de andere kant: daarin zit de grote kracht van de RS 4.

Met deze Audi kan Jan-en-alleman hard, verrassingen liggen nooit op de loer en overstuur opwekken is een koud kunstje. Door het sportdifferentieel kan zelfs opa met hoge snelheid door de bocht. Vanzelfsprekend verdeelt de RS 4 zijn 450 pk en 430 Nm over vier wielen en het Quattro-aandrijfsysteem speelt een hoofdrol in de beheersbaarheid van deze Duitser. Rotsvast en onvermurwbaar, dat is de RS 4 zelfs als het getal 292 op het scherm tussen de toerenteller en snelheidsmeter wordt geprojecteerd.      

Toegankelijkheid

Voor een RS 4 moet minimaal 111.590 euro gereserveerd worden en met een paar – eigenlijk noodzakelijke – opties staat zomaar 130 mille onderaan de offerte. Een serieus bedrag, waarvoor ook een Porsche 911 aangeschaft kan worden. Uiteraard een onvergelijkbare auto, maar het geeft een beeld van hoeveel geld Audi voor zijn RS 4 vraagt. Tegenover die investering staat een indrukwekkende auto met een veelvoud aan gezichten: door zijn Avant-carrosserie en comfort-modus is de RS 4 een familieauto, die in ‘dynamic’ zijn ware gezicht toont en transformeert in een toerenmonster pur sang. Het laatste beetje scherpte mist een RS 4-rijder, maar juist daardoor kan iedere chauffeur de RS 4-capaciteiten ten volste benutten. De RS 4 is een auto waarin het hedonistisch genieten van een toerengretige V8 tot een ware kunst wordt verheven.