Een grote en hoekige auto met een dikke V8 in het vooronder. Dat is waar wij in Europa Chevrolet mee associeerden. Sinds de ‘rebadging’ van de Daewoo-modellen is er een ander Chevrolet ontstaan, een volumemerk. Na jarenlang een weinig imponerend modellengamma te hebben gehad, willen de Amerikanen weer een herkenbare uitstraling terug. Met de Spark en de Cruze zijn ze inmiddels goed op weg, maar de nieuwste aanwinst in het gamma moet echt de blits gaan maken. De compleet nieuwe Orlando gaat met zijn stoere en uitgesproken uiterlijk de strijd aan met de Renault Scénic, de Volkswagen Touran en zijn eigen platformbroertje, de op komst zijnde nieuwe Zafira. De Orlando is 'helaas' niet leverbaar met een achtcilinder, maar met zijn stoere uiterlijk knipoogt hij naar 'fullsize' Chevrolets.

De nieuwe Chevrolet Orlando doet inderdaad een beetje denken aan de ‘echte’ Chevy’s. Hoewel hij geen exorbitante afmetingen heeft, lijkt het hoekige koetswerk vooral van voren niet ontoevallig op een Tahoe of een Suburban. De grote vierkante koplampen en de grote grille met het ‘big plus’-logo geven de Orlando aan de voorkant een zelfverzekerde uitstraling. Een goed idee van GM om met een relatief compact model op de markt te komen dat zich met die grote SUV’s kan identificeren. De wielkasten zijn breed uitgeklopt en afgewerkt met ongespoten kunststof strips, wat zorgt voor een robuuste uitstraling. Hierdoor is het haast noodzakelijk om de Orlando van 17 inch lichtmetalen wielen te voorzien. Van achteren is de Orlando een stuk anoniemer. Daarbij zitten het mist- en achteruitrijdlicht niet in de lichtunits verwerkt, maar op een niet al te fraaie plaats in de bumper. Gelukkig maakt de zilverkleurige ‘diffuser' aan de onderzijde van de achterbumper een hoop goed.

Altijd zeven zitplaatsen

Het hoekige uiterlijk verraadt het al: het interieur is erg ruim. De lay-out van het dashboard komt bekend voor, het doet namelijk aan dat diverse Opels denken. Omdat de Orlando wat lager in de markt staat zijn er minder fraaie materialen gebruikt dan in de Duitse zustermodellen..Buiten dat wordt de samenwerking aan alle kanten verraden. Om te beginnen met het navigatiesysteem, de bediening en de vormgeving zijn exact gelijk aan die van Opel. Dit betekent ook dat het systeem enige gewenning en uitleg behoeft en dat de bediening wat omslachtig is.

Over de breedte van het dashboard loopt een fraaie inlegstrook met pianolak, die een luxe uitstraling geeft. Als geheel ziet het interieur er daardoor opvallend fraai uit. Een leuke gadget is de wegklapbare bedieningsconsole van het multimediasysteem. Daarachter bevindt zich een opbergvak, zodat USB-sticks of iPods na de rit onzichtbaar kunnen worden opgeborgen. De rest van het interieur is ook rijkelijk voorzien van vakjes en bakjes, zodat de kinderen hun spullen veilig en simpel op kunnen bergen.

Het voordeel van de hardere afstelling is dat de Orlando in bochten niet al te veel overhelt

Bij het zien van de voorstoelen verwacht je Amerikaans-zachte zetels, waar je heerlijk in kunt wegzakken. Dat blijkt niet helemaal het geval: hoewel ze meer dan voldoende comfort bieden, zijn ze aan de stevige kant. De achterpassagiers zitten eveneens op fijn meubilair en kunnen de leuning van de achterbank verstellen om lekker languit te relaxen. Wil je met nog meer personen op stap, dan kan de - standaard aanwezige - derde zitrij omhoog geklapt worden. In een handomdraai trek je de stoeltjes met een hendel uit de bodem, zonder dat je daarbij iets hoeft te verschuiven. Er ontstaat dan ruimte voor zeven, maar op de zesde en zevende zitplaats is het lang niet zo riant als op de middelste bank. Deze zitplaatsen zijn bedoeld voor kleine kinderen, die niet al te veel hoofd- en beenruimte nodig hebben. Bagage vervoeren wordt met deze opstelling wel lastig, want het meenemen van één weekendtas is dan al een lastig. Heb je de achterste vijf zitplaatsen niet nodig en klap je de stoelen volledig in de bodem weg, dan is er een zee aan ruimte. Er ontstaat dan bijna 1.500 liter laadruimte, die door de hoekige carrosserie en de grote opening effectief te benutten is.

Serieus rap

Onderhuids deelt de nieuwe Orlando veel componenten Opel-modellen. De tweeliter diesel die de Orlando aandrijft levert 163 pk vermogen en 360 Nm koppel. Dat is flink voor een auto in deze klasse en de Chevrolet voelt met deze krachtbron dan ook serieus rap aan. Onder de 1.500 toeren is nog wel een turbogat merkbaar, maar als je eenmaal dit toerental gepasseerd bent, word je met een aardige duw in je stoel gehouden. In de zesde versnelling stoomt de MPV soepel door naar hogere snelheden, zonder dat je daar echt bewust van bent. Het geluidsniveau ligt namelijk behoorlijk laag en alleen bij de koude start is er dieselgenagel hoorbaar.

In een handomdraai trek je de stoeltjes met een hendel uit de bodem

Doordat de motor genoeg kracht heeft, hoef je niet constant het volledige vermogen te gebruiken. Hierdoor blijft het gemiddelde verbruik beperkt tot 1 op 13,5. Dit wijkt altijd nog af van de 1 op 16,7 die Chevrolet aangeeft in de brochure, maar is netjes voor de ruim 1.600 kilo zware Orlando. Boven de 4.000 toeren is het over met de pret en doorschakelen naar de volgende versnelling is dan de enige optie. Dat gaat overigens niet altijd van harte. Zo is er bij het opschakelen van de eerste naar de tweede versnelling behoorlijk wat weerstand voelbaar. De pook zit wel op een prettig hoge plaats in het dashboard en laat zich voor de overige verzetten goed bedienen. De besturing is typisch voor een MPV: licht en ietwat gevoelloos rond de middenstand.

De vering en demping zijn daarentegen een stuk harder dan je verwacht bij dit type auto. Op slechte wegen rommelt het behoorlijk onder de Orlando, alsof er een aantal lege kratjes bier in de kofferbak staan te kletteren. Het klinkt niet echt prettig in de oren en voelt niet lekker aan - de demping had duidelijk wat soepeler gemogen. Het voordeel van deze wat hardere afstelling is dat de Orlando in bochten niet al te veel overhelt. Door de brede banden die op deze Chevy zitten, is de tractie behoorlijk goed.

Karaktervol alternatief

De Orlando is een karaktervol alternatief voor de gevestigde orde. Hij oogt stoer en is scherp geprijsd. Voor nog geen 24.000 euro heb je al een Orlando, die altijd een zevenzitter is. Deze geteste diesel mag voor net geen 32.000 euro de showroom verlaten, maar dan heb je wel een 163 pk sterke dieselmotor en een hoog uitrustingsniveau. Het onderstel is een minpuntje van deze Chevrolet, evenals de soms hakerige versnellingsbak. Daar had het merk toch wat kritischer naar mogen kijken. Een nummer 1 zal het in zijn klasse niet worden, daarvoor is de Orlando simpelweg niet ‘mainstream’ genoeg. Met zijn gunstige prijsstelling en onderscheidende uiterlijk moeten er daarentegen genoeg potentiële klanten zijn die eens wat anders willen rijden.